Skip to main content

Als ik terugkijk op de afgelopen jaren, besef ik hoeveel proeven van bekwaamheid ik inmiddels heb ontwikkeld voor het mbo. En dat had ik eigenlijk niet verwacht toen ik via via in dit werk rolde. Het ontwikkelen van deze examens voelt voor mij vaak als het oplossen van een grote puzzel. Een puzzel waarbij je alle stukjes – werkprocessen, kennis en vaardigheden uit het kwalificatiedossier – op de juiste plek moet leggen, zodat de studenten kunnen laten zien dat ze bekwaam zijn.

Maar wat houdt zo’n proeve van bekwaamheid precies in? Elke mbo-student op niveau 2, 3 of 4 legt aan het eind van een module of opleiding zo’n proeve af. Het kwalificatiedossier van hun opleiding beschrijft wat ze moeten kunnen en weten om hun diploma te behalen. Samen met inhoudsdeskundigen – docenten en mensen uit het werkveld – ontwikkel ik dan de examens die aansluiten bij de beroepspraktijk, voldoen aan alle toetstechnische eisen en gestelde kaders vanuit de opdrachtgever. Maar, en dat vind ik heel belangrijk: het moet ook leuk zijn voor de studenten. Ze moeten gemotiveerd worden om te laten zien wat ze kunnen, en ik wil dat ze trots zijn op wat ze neerzetten.

Soms is de puzzel snel gelegd, bijvoorbeeld als het kwalificatiedossier helder is of wanneer ik de sector ken door bijbaantjes die ik heb gehad of mensen voor heb ingehuurd. Andere keren is het een stuk complexer. De afgelopen jaren heb ik gewerkt aan proeven van bekwaamheid voor allerlei opleidingen: van hovenier tot groene retail en van bloem, groen & styling tot de keuzedelen dierenwelzijn en dak- en gevelbegroening. Elk onderwerp heeft zijn eigen uitdagingen. Maar de veehouderij? Die vormt toch wel een van de grootste uitdagingen waar ik me momenteel in vastbijt. Het dossier is groot, met de focus op melkvee, varkens en pluimvee, en daarbij is de uitdaging om zoveel mogelijk opdrachten zo te beschrijven dat ze voor alle drie de contexten gelijk zijn.

Dat laatste blijkt soms lastiger dan gedacht. Waar de melkveehouder zich vooral richt op melkwinning, gaat het bij varkens om zaken als insemineren van zeugen en de zorg voor de kraamafdeling. De pluimveehouder richt zich dan weer op eieren, vleeskuikens of moederdieren. Samen met een mede-ontwikkelaar, die ook niet al te veel voorkennis had op dit gebied, besloten we dat bedrijfsbezoeken ons zouden helpen om deze sectoren beter te begrijpen. En zo togen we naar een melkveebedrijf, een varkenshouderij en een pluimveebedrijf.

Het bleek een ontzettend waardevolle ervaring. We zagen kippen en eieren, melkrobots en kalfjes, varkens en biggetjes. Maar we leerden vooral veel over het vakmanschap en de zorg die in deze sectoren komt kijken. Het heeft mijn respect voor deze beroepen vergroot, maar ook mijn bewustzijn over wat ik aan vlees en zuivelproducten consumeer.

Tot januari 2025 ben ik nog wel bezig met de laatste proeven van bekwaamheid voor de veehouderij. De puzzel is nog niet helemaal gelegd, maar ik kijk nu al terug op een mooie samenwerking met de inhoudsdeskundigen en waardevolle examenproducten die we hebben ontwikkeld.

Wat daarna op het gebied van toetsing op mijn pad komt? Ik hoop aan de slag te gaan met examens voor de creatieve sector binnen het mbo. Dat lijkt me een mooie uitdaging. Heb jij een idee of ken je iemand die nu al iemand zoekt voor deze sector? Stuur me gerust een berichtje!

Wil je een reactie geven?