Skip to main content

Voorjaar 2022. Ik ben helemaal klaar met mijn bril. Nadat de meting tot twee keer toe niet goed (genoeg) gaat en ik tot twee keer toe met een verkeerde sterkte in mijn bril zit, ben ik er klaar mee. Het liefst gooi ik mijn bril uit het raam. Maar ja, met -7 aan beide ogen ben ik dan aardig gehandicapt. De bril begint me steeds meer te frustreren. Glijdt van mijn neus als het te warm is. Oren doen zeer doordat de pootjes net niet goed genoeg zijn gesteld.

Elke paar maanden sta ik weer op de stoep, omdat ik last heb van mijn bril. Het is mijn nadeel dat ik zelf jarenlang bij een opticien heb gewerkt en dus precies meen te weten hoe mijn bril het beste gesteld moet worden. Een probleem: ik kan mijn eigen bril niet stellen, omdat ik niet achter mijn eigen oren kan kijken. De gedachte aan het feit dat ik over een paar jaar een bril moet met leesgedeelte vind ik echt vreselijk. Ik stoor me er nu al aan dat ik alleen door het middelpunt van mijn glas scherp kan kijken. Kijk ik iets opzij door mijn glas? Dan is het al wazig. Kijk ik snel van bladmuziek naar dirigent? Dan zie ik of de ogen van de dirigent niet, of mijn bladmuziek niet. Regendruppels op mijn bril, stofjes, beslagen glazen, steeds maar wisselen van gewone naar zonnebril. ARGH. En dan ineens komt het besef dat het laseren van mijn ogen een optie is. Waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht? Ooglaseren vond ik iets voor te rijke mensen uit het Gooi. Dacht dat het duizenden euro’s kostte. En bovendien was ik dan wel klaar met mijn bril, ik vond de bril mij wel leuk staan.

Voorjaar 2022, iets later. Ik heb een afspraak bij Memira in Zwolle. Meten is weten, dus ik laat onderzoeken of mijn ogen überhaupt gelaserd kunnen worden. Een onderzoek waarbij ik van de ene ruimte naar de andere loop en te maken krijg met tig verschillende apparaten, van alles in mijn oog gedruppeld krijg en tenslotte en gesprek met de oogarts heb. De oogarts doet zijn verhaal en ik denk: ik kan je niet eens scherp zien (want druppels in mijn ogen met daarbovenop mijn bril) en mijn verbeelding slaat op hol tijdens zijn verhaal. In combinatie met medische terminologie reageert mijn lichaam daar soms wat heftig op. Maar het lukt me om grotendeels te luisteren, vragen te stellen en niet onderuit te gaan. Conclusie: mijn ogen zijn perfect om gelaserd te worden! Alles ziet er goed uit, sterkte is prima, hoornvlies dik genoeg. Door mijn hoge sterkte raadt de oogarts mij FemtoLasik aan en bovendien voert hij bij een dusdanige sterkte alleen de behandeling uit als hij dit combineert met crosslinking. In gewonemensentaal: iets met een flapje, laseren en iets met versterken van het hoornvlies. Kosten? Ruim €4.000. Als je het snel zegt, valt het bedrag best wel mee.

In overleg met het thuisfront besluit ik om in elk geval de zomer nog even te overbruggen met een bril. Ik heb een drukke tijd voor de boeg en bovendien is het zonlicht in het voorjaar fel. Om me heen krijg ik het advies om een eventuele behandeling in het najaar te laten doen.

Ik hik nog steeds een beetje tegen de behandeling aan. Wel, niet, wel, niet? Het is veel geld, maar de rest van mijn leven een bril op deze sterkte kost óók veel geld. En bovendien voel ik me nog steeds gehandicapt. Zonder bril kan ik echt zo goed als niets. De behandeling lijkt me ook een beetje eng. Niet eens zozeer omdat het mijn ogen zijn (dit is een behandeling die ontzettend vaak wordt uitgevoerd en nagenoeg geen risico heeft), maar omdat ik de controle uit handen moet geven… Na een gesprek met mijn vader (wat een wijze man is het toch) besluit ik: ik doe het. Ik mag opnieuw controle komen in Zwolle. Oogsterkte check check dubbelcheck. We plannen een datum: maandag 14 november.

De week voor 14 november. Ik merk dat ik een rouwproces in ga. Afscheid nemen van mijn bril. Afscheid nemen van ‘wazig kijken’. Het besef dat ik straks áltijd alles kan zien zonder bril of lenzen. Vreemd hoor, afscheid nemen van iets waarvan je weet dat het er alleen maar beter van gaat worden. Ook kijk ik die week een paar filmpjes, zoals is aangeraden. Het zijn geen heftige beelden, maar ze laten zien wat me te wachten staat. Ook hier slaat mijn verbeelding op hol en moet ik even op de bank gaan liggen om te voorkomen dat ik onderuit ga. Dat wordt nog wat. En dan word ik verkouden. Ik moet hoesten, droge kriebelhoest. Op vrijdag doe ik een coronatest: geen corona. Afspraak door laten gaan of verzetten? Ik besluit hem te laten staan en hard te bidden dat ik tijdens de behandeling geen hoestbui krijg.

Maandag 14 november. Gewapend met een tas vol hoestpastilles vertrekken Bernd en ik naar Hilversum. We hebben de reistijd ruim gepland, maar toch komen we door de drukte op de weg maar een paar minuten voor mijn afgesproken tijd binnen. Op de parkeerplaats wordt me nog sterkte toegewenst door een collega zelfstandig onderwijskundige die in Hilversum woont en speciaal voor mij even langs komt. Ze heeft zelf ook haar ogen laten laseren en begroet me met: ‘je zult zien: na afloop denk je: had ik dit maar eerder gedaan’.

Ik meld me bij de receptie, voeg me bij de rij wachtenden (het blijkt lopendebandwerk te zijn, dat laseren), en blijf ondertussen mijn hoestpastilles dooreten. Bernd zoekt een plekje en gaat aan het werk. Ik word vriendelijk geholpen, krijg nog een paar controles, mag prednisolon, paracetamol en valiumtabletten eten. Ik heb de moed niet te vragen of ik een dubbele dosis mag; ben bang dat ik van deze dosis niets merk. Wat achteraf ook blijkt (denk ik…). Daarna mag ik naar de voorbereidingsruimte, waar ik een mutsje op krijg, een jas aan en sloffen over de schoenen. En mijn bril moet achterlaten. Dat was het dan. Nu geef ik me volledig over aan de arts en assistenten en doe braaf wat ze zeggen. Liggen, oogdruppels, ogen dicht, blijven liggen, nog meer oogdruppels. Mijn ogen zijn goed verdoofd. Meelopen met de assistente naar ruimte 1. Kale ruimte, 1 behandelstoel. Daar mag ik liggen. Hier worden de voorbereidingen getroffen met behulp van de femtolaser; ik laat de details hier maar achterwege. Maar dit valt me alles mee. Als ik op sta om naar ruimte 2 door te lopen zegt de arts: ‘zo, dit vinden de meeste mensen het vervelendst. Wat er nu komt valt wel mee.’ En ik denk: ‘oke, bij mij werken vaak dingen andersom, dus nu zal het meest vervelende wel komen’. Ik loop mee naar ruimte 2. Voor zover ik nog kan kijken weer een lege ruimte, 1 behandelbed en een boel apparatuur, waaronder de excimerlaser voor het corrigeren van de brilsterkte. Jammer dat ik niet goed kan kijken, want het lijkt er indrukwekkend uit te zien. Ik neem weer plaats en focus me op mijn ademhaling. Niet hoesten niet hoesten. He, denk ik even, misschien werd ik juist wel wat verkouden, zodat ik mijn focus bij mijn ademhaling kon houden. Er gebeurt ondertussen van alles met mijn ogen. De arts is zo vriendelijk om alles te zeggen wat hij doet, zodat ik een beetje ben voorbereid op wat ik ga zien (blijf naar het lampje kijken), ga ruiken (we schroeien wat weg, dat ga je misschien ruiken) en voelen (ah, dat is dat spul voor de crosslinking). Het is vooral een opluchting als de oogspreider weer uit mijn oog wordt gehaald. Als de behandeling klaar is, wil ik maar één ding en dat blijft de komende uren zo: mijn ogen dicht houden. Ik voel totaal geen pijn, maar zodra ik ze open doe, branden ze nogal. Ik mag eerst weer in de ontvangstruimte liggen voor nog meer druppels. Na zo’n 15 minuten krijg ik een mooie space-zonnebril op en word ik begeleid naar de receptie waar Bernd op me wacht. Ik doe alleen mijn ogen even open wanneer het echt moet (en ja, ik kan meteen scherp zien!). Met een tas vol oogdruppels verlaten Bernd en ik via de lift het gebouw. Het is november, maar de zon schijnt volop! Dat was niet de bedoeling… Mijn ogen, mijn ogen. Waarschijnlijk zijn mijn pupillen zo groot als schotels en dus enorm gevoelig voor zonlicht. Ik ga zitten in de auto en doe mijn handen over mijn zonnebril en zo zit ik de hele reis naar huis.

Onderweg moeten we nog stoppen, want: op de dag van behandeling elk uur oogdruppels. Bernd zoekt een parkeerplaats en vindt een stukje schaduw van een vrachtwagen. De helft van de druppels belandt op mijn gezicht in plaats van mijn ogen, maar uiteindelijk lukt het me om de juiste hoeveelheid in mijn ogen te krijgen en kunnen we verder naar huis. Thuis ga ik meteen naar de slaapkamer, trek het gordijn dicht en blijf de rest van de middag op bed liggen. Met mijn ogen dicht. Ik zet de wekker op elk uur; ik moet immers elk uur mijn ogen druppelen. Gelukkig word ik er steeds handiger in. En ik merk op dat ik steeds minder moeite heb om mijn ogen wat langer open te houden. Na drie uur podcasts luisteren en wat hazenslaapjes is het etenstijd en besluit ik naar beneden te gaan. Met mijn ogen open! Ik kijk in de spiegel: wow, ik zie mezelf scherp zonder bril! Dat is even wennen; de laatste keer dat ik lenzen in had was ik 20, of 21 misschien. Ik zie ook dat mijn oogwit wat gehavend is; dat gaat met een paar dagen weer over. Het verbaast me dat ik zo goed kan zien. Lezen gaat nog niet zo best en als ik langere tijd mijn ogen open heb gehouden snak ik naar een paar minuten dichte ogen. ’s Nachts slaap ik met plastic kapjes op; ik mag de komende tijd absoluut niet in mijn ogen wrijven. En water in mijn ogen is ook not done de eerste dagen. De plastic kapjes laten urenlang een afdruk achter in mijn gezicht; de nachten daarna plak ik met tape mijn (stoffen) slaapmasker op mijn gezicht. Dat zit beter, slaapt beduidend aangenamer en laat iets minder afdruk achter.

De volgende dag mag ik het druppen al gaan afbouwen. Gedurende twee weken moet ik dag en nacht mijn space-zonnebril op als ik buiten ben: bescherming tegen zon, wind en stof. Ik ga met de trein naar Zwolle voor de dagcontrole: ze willen kijken hoe het ervoor staat. Ik kom door de keuring; het ziet er allemaal goed uit en mijn visus op dat moment is ook wat het zou moeten zijn. ’s Middags laat ik mijn Teamsmeeting van twee uur doorgaan. ‘De meeste mensen gaan de dag erna gewoon weer aan het werk.’ Ook daar hadden alarmbellen moeten gaan rinkelen: de meeste mensen, dus bij mij zal het wel weer anders gaan. Na anderhalf uur zijn mijn ogen op, en is mijn concentratie onder het nulpunt en besluit ik de meeting vroegtijdig te stoppen.

Na een week heb ik de weekcontrole. Ook daar slaag ik voor. Mijn ogen zijn mooi aan het herstellen en de visus is zoals gewenst. Het van dichtbij lezen gaat ook steeds wat beter. Waar ik wel aan moet wennen is dat ik ‘vroeger’ zonder bril dichtbij ontzettend goed kon zien. Mijn wenkbrauwen epileren: geen probleem. Oksels scheren: ik zag elk haartje. Boek lezen in bed: op een paar centimeter afstand kon ik alles heel duidelijk zien. Dat is echt verleden tijd. Van dichtbij kijken blijkt met de maanden wel weer wat beter te gaan, maar okselhaartjes kan ik niet meer tellen, voor mijn wenkbrauwen heb ik een vergrootspiegel nodig, de letters van mijn ereader moet ik flink vergroten als ik ’s avonds in bed lees en de ereader zelf een stuk verder weg houden. Ach, ik ben inmiddels ook al 40, dus die leesbril zal er te zijner tijd wel van komen. Na een week mag ik ook stoppen met oogmedicatie en blijven alleen de kunsttranen onder handbereik. Op mijn bureau, op mijn nachtkastje, in elke tas, in de keuken. Overal liggen kleine flacons. De komende weken, maanden, zo blijkt. En dan ineens, na een half jaar kom ik tot de conclusie dat ik alleen nog maar ’s avonds voor het slapen ga mijn ogen druppel met kunsttranen. Verder is het blijkbaar niet meer nodig!

Mijn collega zei het al: als je je ogen eenmaal hebt laten laseren denk je: waarom heb ik dat niet eerder gedaan? Ze had helemaal gelijk. Ik vond het ontzettend spannend, maar: waarom heb ik dit niet eerder gedaan? Ik kijk scherper dan ik ooit deed met bril. Ik zie geen halo’s meer (lichtkransen om een lichtbron), en blijkbaar had ik daar wel last van met bril. Ik heb geen last meer van regendruppels. Heb voor het eerst sinds, euhm, 30 jaar, een gewone zonnebril gekocht. Die ik gewoon af kan zetten zonder daar een gewone bril voor in de plaats terug te plaatsen. En bij een repetitie kan ik zowel mijn bladmuziek als de dirigent scherp zien. Wat was dát een openbaring bij de eerste repetitie na het laseren!

Ik voel me niet meer visueel beperkt. Heerlijk. En die leesbril? Ach, vooruit, dat zien we dan wel weer.