Ja, dat doe ik. Een rondje lopen. ’s Ochtends vroeg. Van 6.35 – 6.55. Altijd hetzelfde rondje: 1,8 kilometer. Naar het Wilhelminapark, rondje om de vijver en weer terug naar huis. En dat sinds de zomer van 2019. Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag.
Waarom ik zo de dag begin?
In de zomervakantie van 2019 was ik degene die elke ochtend de broodjes bij de bakker haalde. Op de ene camping was dat bijna naast de deur, op de andere camping 1,5 kilometer verderop. Ik genoot ervan. Van de stilte, van de beweging, van het weer, van het uitzicht. En dus besloot ik dat thuis vol te houden. En aangezien ik over het algemeen veel discipline heb, lukt het me dus nog steeds. Ook nu het weer donker is. Alleen als het hard regent pas ik. Het houdt ergens op.
Ik wandel. Ik denk na. Ik geniet van het uitzicht, of het nu licht of hartstikke donker is. Ik geniet van de zon, van de maan, van de planeten die ik vaak op zoek maar altijd weer vergeet. Ik heb áltijd een liedje in mijn hoofd dat ik snel probeer kwijt te raken. Ik bid. Ik voel de warmte. Ik voel de kou. Ik voel de regen als ik geen buienradar heb gecheckt. Ik raap afval op en gooi het in de prullenbak (er zijn zeker zeven prullenbakken op mijn route). Ik geniet van de stilte. Ik zeg hondenuitlaters gedag. Ik voel mijn benen sterker worden. Ik voel mijn hoofd leger worden. Ik voel dat ik de dag aan kan.
Daarom.