Skip to main content

Ik denk vaak en veel na. Normaal gesproken. Het is niet dat ik pieker, maar ik overdenk situaties, mensen, vertoond gedrag van anderen en van mezelf. Eigenlijk alles wat ik zie en opmerk. En dat is best vermoeiend. Gaat iets goed, dan denk ik daar over na. Gaat iets fout, dan denk ik er nog meer over na. Tijdens mijn supervisietraject kreeg ik de opdracht om eens minder na te denken. Makkelijker gezegd dan gedaan. Want hoe denk je minder na? Daar ga ik dan weer over nadenken. Maar gaandeweg het traject lukte het me om eens dingen los te laten. Dingen accepteren zoals ze zijn. Mensen accepteren zoals ze zijn. Situaties accepteren zoals ze zijn. ‘De boel de boel laten.’

Nu in mijn verlof merk ik dat het me ontzettend makkelijk af gaat om veel minder na te denken! En ik moet zeggen: dat voelt voor dit moment heel goed! Ik hoef niet over werk na te denken, want ik hoef niet te werken. Ik hoef even niet over mijn toekomst na te denken, want: ik hoef niet te werken. Ik krijg doorbetaald en tegen de tijd dat mijn verlof er op zit, ga ik daar wel weer eens over nadenken. Ik heb ook minder behoefte om na te denken. Om goed na te denken. Ik heb er gewoon geen zin in. Avondje op de bank zitten, tv kijken, heerlijk! Waar ik nu vooral over na denk is flestijd. Hoe veel uren zitten er al op sinds de laatste fles? Is het weer voedertijd? Met name ’s nachts moet ik soms even mijn hersens laten kraken, want als ik in diepe slaap ben en ik word wakker van gehuil, kost het me even moeite om na te denken hoe veel tijd er tussen 22.30 en 2.45 zit bijvoorbeeld 🙂
Of ik denk na over de afspraken die ik heb – ik heb er niet veel, maar Joris moet naar de peuterspeelzaal en laatst moest Karlijn voor het eerst naar het consultatiebureau – in combinatie met de flestijden. Andere afspraken zijn gelukkig wat flexibeler; zo gaat Joris wel op vaste tijden naar de gastouder, maar een half uur later of eerder is nooit een probleem.

Tussen de bedrijven door ben ik wel een beetje aan het werk, want concertaanvragen kunnen niet blijven liggen tot februari en ook de voorbereiding voor de eerstkomende concerten zijn al in volle gang. Maar dat vergt een wat ander denkniveau dan onderwijskundige analyses schrijven om maar iets te noemen. Of nadenken over wat ik eigenlijk voor werk wil doen.

Ik geniet nog even, nu het kan, van het niet nadenken, want voordat ik het weet, is mijn verlof weer voorbij en moet ik weer op een hoger dan fles-niveau nadenken.