Elke dinsdag ging ik op mijn fiets naar de Engelse les. Een uur en een kwartier duurde de les. De laatste les is geweest; helaas was ik afwezig in verband met een concert.
Elke les verbaasde ik mij erover hoe weinig ik van alle grammaticaregels wist. En denk aan de middelbare schooltijd. Wat dééd ik in de lessen? Wat werd er behandeld? Van alle zes jaren vwo weet ik nog maar kleine fragmentjes.
Zo was ik heel goed in woordjes leren. Dat was ook mijn enige sterke kant, ben ik bang.
Ik weet nog dat ik les had van meneer A en dat hij mij gewoon uitlachte omdat ik een 1 had. Het heeft blijkbaar diepe indruk op mij gemaakt.
Ik weet nog dat we mevrouw H hadden. Een wat stevige, korte, kordate vrouw die als een gek alle regels stond uit te leggen voor de klas, druk schrijvend met haar krijtje op het bord. Maar wat ze schreef? Geen idee.
Ik weet nog dat we spreekbeurten in het Engels moesten houden. Ik was natuurlijk als de dood voor deze momenten, want ik kon alleen maar Engelse woordjes leren en opschrijven. En niet spreken en verstaan.
Ik weet nog dat we luistertoetsen moesten doen. Er werd een cassettebandje gedraaid met een heel stuk onverstaanbaar Engels gebrabbel. Het had net zo goed Chinees kunnen zijn. De multiple-choice vragen redden mij van een reeks enen.
Ik herinner me een Shakespeare project in De Kubus, het cultureel centrum van Lelystad. Ik wilde niet, wilde niet, wilde niet. Want: theater en in het Engels! Ik kan me het resultaat niet meer herinneren, maar ik weet wel dat ik maar één ding dacht: hoe kom ik hier onder uit.
En dat is eigenlijk alles wat ik me herinner van álle lessen Engels in zes jaren.
Ik heb me afgevraagd waarom ik het zo moeilijk vond en er niets van snapte en ik denk dat dat komt doordat het niveau áltijd te hoog was. In vwo 1 al. Laat staan in vwo 6. Nog een wonder dat ik een 5 stond op mijn eindlijst. De docenten móeten iets door de vingers hebben gezien.
Hoe anders is het nu. Ik was een van de beste van het klasje. Alle teksten begreep ik. De luisterfragmenten volgde ik zonder probleem. Ik vulde ontbrekende woorden in met de juiste spelling. Ik deed de spreekopdrachten moeiteloos en zakte niet door de grond als ik een woord niet wist. Ik deed mijn huiswerk niet en toch haalde ik negens en hoger op de toetsen (die ik soms in de les nog maakte én nakeek in dezelfde tijd als de rest de toets alleen maar nakeek). Er vielen geregeld kwartjes. Doordat ik erg veel Engels heb gelezen tijdens mijn studie Onderwijskunde heb ik wel zicht gekregen op hoe je iets grammaticaal schrijft. Ik herkende woordvolgordes. Nú begon ik alle grammatica te snappen.
De lessen gingen niet zo snel en er werd veel herhaald. In het begin vond ik dat fijn, want mijn insteek was om alleen op dinsdagavond met Engels bezig te zijn en niet op andere dagen. Ik maakte dus geen huiswerk en leerde geen woorden. Op een gegeven moment merkte ik dat ik het niet erg vond dat ik een keer niet kon komen. En dat ik me tijdens de lessen begon te vervelen. Het tempo lag echt te laag voor me. Maar: mijn zelfvertrouwen heeft een opkikker gekregen. Wat is dat fijn.
Hoi Petra, ik was op school ook nooit goed in Engels. Na de Havo had ik het ‘opeens’ door toen ik naar VWO ging…. ik deed ondertussen veel met mijn computer…. in het Engels.
Het zal wel als met zoveel dingen zijn: oefening baart kunst. Leuk om jouw vergelijkbare ervaring te lezen! 🙂