Skip to main content

Daar waar het begon.

Mijn kinderen gaan zo af en toe logeren bij pake en oma, mijn ouders. Die wonen nog steeds in Lelystad, hetzelfde huis als waar ik ben opgegroeid. Als ik de kinderen breng op vrijdagmiddag na schooltijd, met de trein en bus, loop ik vaak terug naar het station. Het is zo’n drie kilometer wandelen en ik vind het fijn om ten eerste lekker te bewegen en ten tweede wat herinneringen op te halen. In Lelystad heb ik toch negen belangrijke jaren doorgebracht: van mijn 9e tot mijn 18e jaar.

Bijna aan het eind van de wandelroute loop ik langs De Kubus, destijds de muziekschool, tegenwoordig een cultureel centrum. Op mijn 11e startte ik met dwarsfluitles en sindsdien kwam ik daar minstens één keer per week. Als ik langs de Kubus loop, denk ik altijd terug aan die tijd.

Ik wilde op trompetles, maar dat vonden mijn ouders geen goed idee. Na het bezoeken van een concert van de plaatselijke harmonie werd het dwarsfluit. Ik bakte er niets van, ik heb leerlingen gehad die veel sneller waren in hun startperiode. Ik weet niet of het de verplichting van mijn ouders was om elke dag te oefenen en slechts één keer per jaar mocht besluiten of ik wilde stoppen, of dat ik het echt heel leuk vond. Feit is dat ik oefende en oefende, na een paar maanden bij het jeugdorkest mocht en ik het heel erg leuk vond.

Af en toe herinner ik me details van alle fluitlessen en zie ik die levendig voor me. Heel veel weet ik ook niet meer. Wat ik wel weet is dat mijn eerste docente op een gegeven moment met zwangerschapsverlof ging en ik les kreeg van de andere fluitdocente. Blijkbaar sprak me dat veel meer aan, want rond de zomervakantie, aan het eind van het verlof, gaf ik (of mijn vader?) bij de administratie aan dat ik voortaan les wilde hebben van de ander, Caroline Ansink. Mijn eerste docente, Tersite Ayele, sprak mij er op aan en dat weet ik nog wel heel goed. Dat vond ik geen leuk gesprek. Maar het heeft er wel voor gezorgd dat ik tegen al mijn leerling zeg dat vooral zíj een klik moeten voelen met mij. Ik adviseer ze vaak om goed rond te kijken en dan pas te besluiten van wie ze les willen hebben. Afijn, na de zomer ging ik verder bij Caroline. Toen, maar ook achteraf was dat één van de betere besluiten. Caroline speelde geen muziek, maar wás muziek. Zie ik nu na zoveel jaren. Caroline kwam regelmatig aanzetten met eigen arrangementen, met name voor het fluitkwartet waar ik in speelde. Ik had geen idee dat ze ook componist was; daar kwam ik jaren later achter.

Ook Caroline ging met zwangerschapsverlof en werd vervangen door een student uit Amsterdam, geloof ik. Van die maanden heb ik bijzonder weinig onthouden. Was het een man? Een vrouw? Ik moet er toch vier maanden les van hebben gehad. Wat me dan weer wel bij staat is, toen Caroline terug kwam, ze op een dag geen oppas kon regelen en haar kindje gewoon mee nam naar les! Daar lag het kindje, in een lokaal ernaast, te slapen. Dát maakte blijkbaar diepe indruk 😊

Caroline eiste veel van me, dat gevoel had ik. Ik heb altijd gedacht dat zij gedacht moet hebben: Petra wilde overstappen naar mij, dan laat ik haar zweten ook. Maar ik vond het juist fijn; iemand die me goed aan het werk zette en blijkbaar op een positieve manier.

Ik hoop dat ik net zo’n docent voor mijn leerlingen ben als Caroline voor mij was. Vol overgave, volle aandacht voor de leerling, en net iets meer van de leerling vragend dan de leerling denkt dat ‘ie kan.

Caroline heb ik na mijn studie nog een paar keer gezien; toen ik mee speelde in het eindexamen van een oud-studiegenoot, op het conservatorium in Utrecht. Zij zat in de examencommissie. Van wat ik op internet kan vinden is ze op dit moment werkzaam als componist, docent compositie en methodiek aan het conservatorium van Utrecht en als freelance fluitiste.

Tersite is enkele jaren geleden helaas overleden. Het had me leuk geleken om haar nog eens te ontmoeten, als collega’s.

4 Comments

Wil je een reactie geven?